De financiën van uw kind
- niet per definitie een heel geregel -

Als ouder van een kind met een stoornis uit het autistisch spectrum heeft u wellicht al ontdekt dat er veel op u is afgekomen….nog los van het vinden van een omgang met de stoornis van uw kind!
Toch wilt u als ouder de financiën van uw kind goed geregeld hebben en bent u er wellicht al achter dat dit helaas niet via één instantie gaat.
Het is echter onnodig en zonde van uw toch al kostbare tijd om het (financiële) wiel opnieuw uit te vinden. Vandaar dat wij op deze website voor u op een rijtje willen zetten bij welke instanties u terecht kunt voor welk soort inkomsten. Wij willen u daarbij graag wijzen op de deskundigheid van de GGZ agoog (de groepswerker of maatschappelijk werker die al dan niet momenteel aan uw kind verbonden is).
Wij zullen beginnen met de uitkeringen voor uw kind, waarbij wij onderscheid maken tussen de uitkeringen die gelden tot uw kind 18 wordt én die op het moment dat uw kind 18 is geworden (en mogelijk zelfstandig gaat wonen).
Vervolgens zullen wij ook de extra financiële bronnen (waarbij gedacht kan worden aan fondsen en voorzieningen) voor u op een rijtje zetten.
Hopelijk geeft dit overzicht u een extra steuntje in de rug om de financiële toekomst van uw kind rooskleurig tegemoet te zien.

Uitkeringen voor uw kind (tot 18 jaar)
Om de zorg voor uw kind te financieren, kunt u aanspraak maken op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanuit deze wet worden de zorgkosten voor uw kind vergoed. Om deze vergoeding te ontvangen, heeft u een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Deze indicatie kunt u aanvragen door direct contact op te nemen met het CIZ (zie www.ciz.nl voor de dichtstbijzijnde CIZ-vestiging in uw buurt) of bij Bureau Jeugdzorg (zie www.bureaujeugdzorg.info voor de dichtstbijzijnde vestiging in uw buurt) of anders nog bij het dichtstbijzijnde zorgkantoor van uw zorgverzekeraar.
Deze indicatie kunt u zien als een besluit waarin staat welke zorg uw kind nodig heeft en hoeveel. Het indicatiebesluit wordt naar u en het dichtstbijzijnde zorgkantoor gestuurd en vervolgens kunt u kiezen uit twee vormen van financiële ondersteuning:
  • Zorg in natura (ZIN), waarbij uw kind de zorg rechtstreeks van de desbetreffende zorgaanbieder krijgt (bijv. een behandelgroep). Over de betaling zijn afspraken gemaakt tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor. Deze laatste partij regelt de administratieve en financiële afhandeling.
  • Het persoonsgebonden budget (PGB), waarbij u een bepaald geldbedrag krijgt en zelf de zorg naar keuze inkoopt. Hierbij maakt u als ouder zelf de afspraken over de betaling, maar bent u dus ook verantwoordelijk voor de administratieve en financiële afhandeling.
Het PGB is sinds de invoering van de WMO een relatief nieuwe vorm van zorgbekostiging. In de zogenaamde toekenningbeschikking PGB staat vermeld welk bedrag u krijgt, voor welke periode en wanneer het bedrag wordt uitbetaald.
Het PGB betekent voor u verder dat u periodiek middels een verantwoordingsformulier aan uw zorgverzekeraar verantwoordt van welke zorgverleners u de diensten hebt benut en wat de kosten hiervan waren. Hierbij wordt tevens gekeken of de door u ingediende declaraties kloppen. Daarnaast bent u zelf verantwoordelijk voor de uitbetaling aan de zorgverleners en het melden hiervan aan de belastingdienst. Tenslotte is het zo dat u het PGB wat u niet aan zorg uitgeeft, dient terug te betalen. Het is dus belangrijk hier rekening mee te houden. Kijkt u verder goed op www.regelhulp.nl voor alle voorwaarden van een pgb.

Tot nu toe gaat het dus om de bekostiging van de zorgkosten van uw kind. Hiervoor betaalt u (en met u elke Nederlander) een AWBZ-premie. Daarnaast wordt er wel van u een eigen bijdrage gevraagd. Totdat uw kind 18 wordt, betaalt u deze bijdrage, daarna komt deze voor rekening van uw kind. Deze eigen bijdrage wordt bepaald door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) en is afhankelijk van meerdere factoren, waarbij er een maximale periodebijdrage is vastgesteld.
Daarnaast ontvangt u voor uw kind tot zijn of haar 18e verjaardag kinderbijslag.

Tenslotte kunt u voor het onderwijs van uw kind het welbekende ‘rugzakje’ aanvragen (ook wel leerling-gebonden financiering genoemd). Als u denkt dat uw kind extra hulpmiddelen nodig heeft bij het volgen van onderwijs, kunt u uw kind aanmelden bij de Commissie voor de Indicatiestelling (CvI). Deze zijn gevestigd bij de Regionale Expertise Centra (REC) van de vier onderwijsclusters. De CvI gaat bekijken of uw kind toelaatbaar (geïndiceerd) is tot een bepaald cluster en bepaalde schoolsoort binnen dat cluster (kinderen met autisme vallen onder cluster 4).
Om een kind te indiceren heeft de CvI gegevens over het kind nodig. U dient deze gegevens zelf aan te leveren. Het gaat om een medisch rapport en, als uw kind al op school zit, om een onderwijskundig rapport. Ook moet u een aanmeldingsformulier invullen.
Bij het samenstellen van een dossier voor uw kind kunt u hulp krijgen van het REC of Stichting MEE. Daarnaast geeft de website www.oudersenrugzak.nl praktische informatie over de aanvraag van een rugzak voor uw kind.

Uitkeringen voor uw volwassen kind (vanaf 18 jaar)
Zodra uw kind achttien wordt, verandert er financieel gezien aardig wat. De jongvolwassene moet opeens zelf de verzekeringen afsluiten en betalen en zelf zijn of haar eigen inkomen verwerven. Zo vervalt de kinderbijslag op dat moment en moet uw kind zelf de eigen bijdrage AWBZ gaan betalen.

In principe zijn er voor uw kind drie hoofdmogelijkheden om inkomsten te verwerven:

Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten)
De Wajong is bedoeld voor jongvolwassenen die voor hun 17e verjaardag al langdurig ziek zijn of een handicap hebben (waar autisme ook onder valt), waardoor zij niet in staat zijn te werken of te studeren. Om een Wajong-uitkering aan te vragen, dient uw kind zich te melden bij het UWV (zie www.uwv.nl voor de vestiging bij u in de buurt). Via de website kunnen van tevoren de desbetreffende formulieren worden gedownload, ingevuld en meegenomen. Vervolgens vindt er dan een keuringsgesprek plaats met een UWV-arts en eventueel een arbeidsdeskundige. Die bepaalt voor hoeveel procent uw kind is afgekeurd om te werken, en dit percentage bepaalt weer de hoogte van de Wajong-uitkering.
Het is voor uw kind toegestaan om hierbij wat extra’s te verdienen tot een bepaalde hoogte. Deze hoogte wordt jaarlijks vastgesteld door het UWV. Voor een tijdige behandeling van het verzoek tot een Wajong-uitkering is het van belang dat uw kind uiterlijk de 13e week na de 17e verjaardag zich al meldt als arbeidsongeschikt persoon en de uitkering dan binnen 9 maanden aanvraagt. In dat geval, als de Wajong-uitkering wordt toegezegd, krijgt uw kind vanaf de 18e verjaardag de uitkering per maand op de rekening gestort.
Periodiek zal worden gekeken of uw kind niet alsnog (parttime) kan gaan werken, vaak in samenwerking met een door het UWV aangewezen jobcoach. Mocht uw kind vervolgens binnen 5 jaar weer werkloos worden, dan kan hij of zij gebruik maken van andere regelingen zoals de WW.

Studiefinanciering
Uw kind komt in aanmerking voor studiefinanciering als hij of zij 18 jaar is geworden en een voltijd opleiding volgt in het beroepsonderwijs (als uw kind op het HBO zit, krijgt hij/ zij al vanaf de start studiefinanciering, dus ongeacht de leeftijd). Voltijd betekent in dit geval dat uw kind 5 dagen in de week naar school gaat. Er bestaat dan de mogelijkheid uit een basisbeurs, aanvullende beurs, een rentedragende lening en een OV-studentenkaart. De studiefinanciering start de eerste maand van het kwartaal dat volgt op de 18e verjaardag.
Belangrijk gegeven is verder het niveau van de opleiding. Bij niveau 1 en 2 is er sprake van een gift, bij niveau 3 en 4 van een prestatiebeurs (oftewel binnen 10 jaar het diploma behalen, dan is het alsnog een gift). Het aanvragen van studiefinanciering kan via de desbetreffende formulieren op www.ib-groep.nl.

Salaris
Als uw kind ondanks diens stoornis in staat is om te gaan werken, ontvangt deze het minimumjeugdloon (dit is momenteel voor iemand van 18 jaar die fulltime werkt €628,45 bruto per maand). Het is mogelijk om naast het salaris een Wajong-uitkering te ontvangen (mits uw kind voldoet aan de eisen van het UWV). Dit is bijvoorbeeld het geval als het salaris onder het minimumloon zit. Als uw kind vanwege zijn of haar stoornis minder verdient dan het minimumloon (de UWV-norm), dan kan hij/ zij bij het UWV de zogenaamde loonsuppletie aanvragen. Dit geldt voor mensen die een Wajong-uitkering hebben en weer gaan werken. Door het UWV wordt bepaald of uw kind op dat moment minder verdient dan het zou kunnen verdienen, en zij vult dit voor maximaal 4 jaar aan en voor maximaal 20% van wat uw kind volgens het UWV kan verdienen.

Belangrijk aandachtspunt voor uw kind is de eigen bijdrage AWBZ. Het eerste half jaar na de achttiende verjaardag betaalt uw kind een vaste eigen bijdrage. Daarna wordt gekeken naar het inkomen van de jongere. Op de website van het CAK staan hiervoor rekentabellen www.hetcak.nl). Gemiddeld gaat het CAK er vanuit dat iemand die bij een instelling woont per maand €375,- nodig heeft om van te leven (zakgeld, kleedgeld en zorgverzekering). Dit bedrag wordt van het inkomen afgehaald en het restbedrag vormt de eigen bijdrage. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage dus. Personen die alleen studiefinanciering ontvangen, hoeven geen eigen bijdrage te betalen.

Extra tegemoetkomingen en financiële bronnen

Los van bovenstaande uitkeringen, is het belangrijk om u als ouder ook bewust te zijn van de volgende financiële mogelijkheden.

T.O.G.
Een Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswondende Gehandicapte kinderen is bedoeld als een financiële tegemoetkoming voor ouders of verzorgers die thuis een gehandicapt kind verzorgen.
Er zijn wel een tweetal belangrijk voorwaarden, namelijk dat de ouder in Nederland woont en ouder of verzorger is van een gehandicapt kind dat tenminste 3 en nog geen 18 jaar oud is. Daarnaast moet het kind wel bij u thuis wonen.
Voor deze regeling geldt dat een kind blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt is, als:
  • de ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard is, én
  • de ziekte of stoornis leidt tot beperkingen (de handicap), én
  • deze beperkingen betekenen dat het kind aanzienlijk meer afhankelijk is van verzorging, begeleiding en toezicht, dan een gezond kind van dezelfde leeftijd.
De tegemoetkoming bedraagt ongeveer € 200,- per kwartaal en wordt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) geregeld.
Graag verwijzen wij u naar de website www.regelhulp.nl voor meer mogelijkheden voor u als ouder. Hieronder zal vooral verwezen worden naar financiële bronnen voor uw kind zelf.

Bijzondere bijstand
Als uw kind vanwege diens stoornis speciale kosten heeft die vanuit geen enkele andere bron vergoed worden (dus ook niet via een subsidieregeling) en het inkomen is te laag om dit überhaupt te vergoeden, dan kan uw kind bij de sociale dienst van de gemeente waar hij/ zij woont bijzondere bijstand aanvragen. De bijzondere bijstand is bedoeld voor iedereen met een inkomen rond bijstandsniveau. Het moet gaan om noodzakelijke uitgaven.

Voorliggende voorzieningen
Dit betreft alle voorzieningen buiten de bijstandswet waarop burgers een beroep kunnen doen en daarnaast alle wetten waaraan een burger financiële en/of materiële rechten kan ontlenen. Voor uw kind zijn op dit gebied interessant:
  • de toeslagenwet, oftewel het aanvragen van zorg- en huurtoeslag (via www.toeslagen.nl);
  • het jaarlijks aanvragen van belastingteruggave via www.belastingdienst.nl;
  • het aanvragen van kwijtschelding van gemeentelijke heffingen en belastingen via de sociale dienst van uw gemeente.
Fondsen aanschrijven
Hieronder vallen alle mogelijkheden voor inkomensondersteuning die geboden worden door kerken, stichtingen, vakbonden en verenigingen. Bekende voorbeelden hiervan zijn het Leger des Heils en de Rotary Club. Daarnaast zijn er oneindig veel fondsen voor speciale groeperingen. Vaak kan er dan een aanvraag worden ingediend voor een eenmalige storting, welke gebruikt dient te worden voor een direct aanwijsbare nood. De belangrijkste fondsen staan gebundeld in het zogenaamde fondsenboek. Dit boek is te bestellen via de website www.fondsenboek.nl en kost €49,50, de disc versie €79,50. Wat voor de meeste fondsen wel geldt is dat er eerst een aanvraag gedaan moet zijn bij de voorliggende voorzieningen. Daarnaast dient de aanvraag bij sommige fondsen vaak via een hulpverlenende instantie te gaan, wat voorkomt dat een burger lukraak aanvragen indient.
Een bekend fonds voor uw kind is het zogenaamde AutismeFonds (www.autismefonds.nl). Daarnaast zijn er veel plaatselijke projecten zoals Autismesport in Haarlem.

Door: Robert Westra

Bronnen:
www.oudersvanautisten.nl
www.minvws.nl
www.regelhulp.nl
www.postbus51.nl